In de vorige twee hoofdstukken hebben we gekeken naar twee belangrijke elementen van een democratische regering. In hoofdstuk 3 zagen we hoe een democratische regering periodiek door de mensen op een vrije en eerlijke manier moet worden gekozen. In hoofdstuk 4 hebben we geleerd dat een democratie gebaseerd moet zijn op instellingen die bepaalde regels en procedures volgen. Deze elementen zijn noodzakelijk maar niet voldoende voor een democratie. Verkiezingen en instellingen moeten worden gecombineerd met een derde element – genot van rechten – om een overheid democratisch te maken. Zelfs de meest correct gekozen heersers die door het gevestigde institutionele proces werken, moeten leren om enkele limieten niet te overschrijden. De democratische rechten van burgers stellen die grenzen in een democratie. Dit is wat we in dit laatste hoofdstuk van het boek in beslag nemen. We beginnen met het bespreken van enkele gevallen uit het echte leven om ons voor te stellen wat het betekent om zonder rechten te leven. Dit leidt tot een discussie over wat we bedoelen met rechten en waarom hebben we ze nodig. Net als in de vorige hoofdstukken wordt de algemene discussie gevolgd door een focus op India. We bespreken een voor een de fundamentele rechten in de Indiase grondwet. Vervolgens gaan we naar hoe deze rechten door gewone burgers kunnen worden gebruikt. Wie zal ze beschermen en afdwingen? Eindelijk kijken we hoe de reikwijdte van de rechten is uitgebreid. Language: Dutch